Komst van de solidariteitsbijdrage: nieuwe meerwaardebelasting

Komst van de solidariteitsbijdrage: nieuwe meerwaardebelasting

financieel & accountancy juridisch & fiscaal

De regering De Wever I heeft - zoals iedereen wellicht al heeft horen waaien - een nieuwe meerwaardebelasting (de zogenaamde “solidariteitsbijdrage”) aangekondigd op financiële activa. Wat is hierover al bekend? Je vindt hieronder de eerste analyse.  De exacte uitwerking en wetgevende omzetting moeten nog gebeuren, waardoor erop vandaag nog veel onzekerheid heerst over verschillende punten.  

  

Algemeen kader en basistarief 

De in te voeren solidariteitsbijdrage situeert zich binnen de personenbelasting en is dus enkel relevant voor natuurlijke personen. Meerwaarden op financiële activa zijn in hoofde van vennootschappen al in regel gewoon belastbaar (maar vrijgesteld onder bepaalde voorwaarden).  

In België zijn meerwaarden op aandelen op vandaag in principe vrijgesteld van personenbelasting wanneer deze worden gerealiseerd binnen het kader van normaal beheer van privévermogen. Met de invoering van een nieuwe solidariteitsbijdrage wil de regering hier verandering in brengen. 

Het regeerakkoord introduceert een algemene solidariteitsbijdrage van 10% op de gerealiseerde meerwaarden op financiële activa binnen de personenbelasting.  

  

Welke meerwaarden? 

Met “financiële activa” wordt onder andere aandelen, obligaties, trackers, aandelenfondsen en opties bedoeld. Ook beleggingen in cryptomunten vallen hieronder.  Voor wat betreft bv. beleggingsverzekeringen is het op vandaag nog onduidelijk of het de bedoeling is dat deze ook gevat zullen zijn onder de definitie van “financiële activa”.  

Het gaat bovendien enkel om effectief gerealiseerde meerwaarden. Een loutere waardestijging zal niet worden belast. 

  

Uitsluiting van historische meerwaarden 

Enkel meerwaarden die worden gerealiseerd vanaf het moment van inwerkingtreding van de solidariteitsbijdrage zullen aan deze heffing onderworpen zijn. Dit betekent dat historische meerwaarden buiten schot zullen blijven. Het is daarom van groot belang om de beginwaarde van financiële activa zorgvuldig vast te stellen (op het moment van inwerkingtreding van de solidariteitsbijdrage), aangezien deze waarde de basis zal vormen voor de berekening van de belastbare meerwaarde. Bij beursgenoteerde effecten is dit doorgaans eenvoudig te bepalen. Voor niet-beursgenoteerde financiële activa ligt dit evenwel minder voor de hand. In dat geval moet op de ingangsdatum van de solidariteitsbijdrage een correcte waardering moeten gebeuren, wat aanleiding kan geven tot discussies over de waarderingsmethode.  

  

Minderwaarden  

Minderwaarden op financiële activa (worden aftrekbaar, maar enkel indien ze binnen hetzelfde belastbare tijdperk worden gerealiseerd.  

Voorbeeld: Stel dat je in jaar X 20.000 euro aan meerwaarden op FVA boekt en 4.000 euro aan minderwaarden, dan betaal je een meerwaardetaks op 6.000 euro (16.000 netto meerwaarde min 10.000 euro vrijstelling).  

De aftrek van deze minderwaarden zal dus niet overdraagbaar zijn. 

  

Aftrek overige kosten? 

Het is op dit moment verder nog onduidelijk of er zal worden voorzien in de mogelijkheid om bepaalde kosten (zoals bv. transactiekosten) in mindering te brengen van de belastbare basis van de meerwaarde.  

 

Vrijstellingen 

Het regeerakkoord heeft voorzien in enkele vrijstellingen:  

1. De regering wil vermijden dat kleine beleggers worden getroffen. Daarom geldt er een “voetvrijstelling” van 10.000 euro per jaar (jaarlijks te indexeren). 

2. Voor aandeelhouders met een zogenaamd “aanmerkelijk belang in een onderneming” (participatie van minstens 20%) geldt er altijd een vrijstelling ten belope van 1 miljoen euro (ongeacht of het gaat over al dan niet beursgenoteerde aandelen). Boven op deze vrijstelling, zou er een getrapt tarief worden ingevoerd: 

  • Meerwaarde tussen 1.000.000 en 2.500.000 euro: 1,25% 
  • Meerwaarde tussen 2.500.000 en 5.000.000 euro: 2,5% 
  • Meerwaarde tussen 5.000.000 en 10.000.000 euro: 5% 
  • Meerwaarde boven 10.000.000 euro: 10%. 

Het is onduidelijk of er nog vrijstellingen zullen worden voorzien voor aandeelhouders met deelnemingen van minder dan 20%. De tekst voorziet dat er voor een deelneming van minstens 20% “altijd” een vrijstelling speelt. Dat zou kunnen impliceren dat er onder bepaalde voorwaarden ook vrijstellingen zullen gelden voor deelnemingen van minder dan 20%.  

Dit is evenwel nog niet zeker en het ziet er naar uit dat de vrijstelling enkel zal spelen voor participaties vanaf 20%. Voorgaande kan een grote impact hebben op bedrijven met een gespreid aandeelhouderschap, waarbij de aandeelhouders vaak een participatie van minder dan 20% aanhouden (zoals bv. familiebedrijven of start-ups).  

Een verhoging van de belastingdruk op kleinere participaties kan ook negatieve effecten creëren (ontmoedigen van investeerders om kapitaal te voorzien aan Belgische bedrijven).  

De vraag is ook of een dergelijke regeling de toets met het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel zal doorstaan.  

3. In eerdere ontwerpteksten werd ook nog aangegeven dat er een vrijstelling zou worden voorzien voor aandeelhouders die reeds langer dan 10 jaar hun financiële activa aanhouden. Deze vrijstelling werd evenwel niet opgenomen in het regeerakkoord, waaruit volgt dat het op vandaag nog onzeker is of deze uitzondering de wet zal halen.  

 

Cumul andere belastingen? 

De vraag is hoe de solidariteitsbijdrage zich zal verhouden tot reeds bestaande meerwaardebelastingen op financiële activa.  

Zo wordt reeds een belasting van 33% geheven op meerwaarden op financiële activa in geval van abnormale verrichtingen van beheer van privévermogen en een belasting van 16,50% op de meerwaarde op aandelen die wordt gerealiseerd over een deelneming van 25% of meer in geval van verkoop aan een rechtspersoon buiten de EER.  

Het is tevens onduidelijk of de solidariteitsbijdrage van toepassing zal zijn op inbrengen in holdings en of een tijdelijke vrijstelling dan mogelijk zou zijn. Sinds 2017 is het immers niet langer mogelijk om fiscaal volstort kapitaal te creëren bij een dergelijke inbreng, wat reeds leidt tot een extra belastingdruk bij latere uitkeringen.  

Een belegger betaalt op dit moment ook reeds 30% meerwaardebelasting op meerwaarden van obligatiefondsen die minstens 10% van hun activa investeren in schuldinstrumenten (de zogenaamde “reynderstaks”).  

  

Conclusie 

De invoering van de solidariteitsbijdrage betekent een belangrijke wijziging in de Belgische fiscale behandeling van meerwaarden op financiële activa. Hoewel de precieze uitwerking nog onduidelijk is, staat vast dat de belastingdruk voor particuliere beleggers zal toenemen.  

De regering voorziet enkele vrijstellingen om kleine beleggers en bepaalde aandeelhouders te ontzien, maar het blijft onzeker hoe de maatregel in de praktijk zal worden toegepast en welke impact dit zal hebben op investeringsgedrag. Vooral de gevolgen voor ondernemingen met gespreid aandeelhouderschap en de mogelijke ontmoediging van investeringen in Belgische bedrijven roepen vragen op. Daarnaast is het onduidelijk hoe deze nieuwe heffing zich zal verhouden tot bestaande belastingen op meerwaarden, wat voor extra complexiteit zorgt. De effectieve invoering en de praktische uitvoering zullen bepalend zijn voor de uiteindelijke impact van deze maatregel op de Belgische economie en het investeringsklimaat. We volgen dit op de voet voor je op. 

  

💡 Heb je vragen over de solidariteitsbijdrage of wil je graag reeds een advies over de beste aanpak voor jouw situatie? Neem contact op met Dieter Bruneel via dieter.bruneel@denp.be om je te helpen 

Dieter Bruneel
Dieter Bruneel
Teamlead juridisch, fiscaal & corporate finance

Vind een kantoor in je buurt

Vind gemakkelijk een kantoor bij jou in de buurt en maak een afspraak voor een persoonlijk gesprek

Meer juridisch & fiscaal

Ga naar nieuws & wetgeving