Hoe krijg je je belastingverhoging van 10% terug?

De afgelopen jaren werd door de fiscus quasi standaard een belastingverhoging van 10% opgelegd wanneer aangiftes onjuist of te laat werden ingediend. Dankzij een recente uitspraak van het Grondwettelijk Hof lijkt deze praktijk echter een ommekeer te ondergaan.

Het Grondwettelijk Hof zorgt voor verandering

De recente uitspraak van het Grondwettelijk Hof biedt uitkomst voor belastingplichtigen die te maken hadden met een belastingverhoging van 10% (GwH 21 november 2024, 129/2024). Het Hof heeft zich namelijk uitgesproken over de wettelijke bepaling die toelaat om bij afwezigheid van kwade trouw af te zien van de minimale belastingverhoging van 10%. Waar de fiscus het woord ‘kan’ interpreteerde als een discretionaire bevoegdheid, heeft het Hof bevestigt dat belastingplichtigen te goede trouw bij een eerste overtreding per definitie moeten worden vrijgesteld van een belastingverhoging.  

Dat een belastingplichtige die te goede trouw een eerste fiscale overtreding begaat per definitie voldoet aan de voorwaarden om af te zien van enige belastingverhoging, werd eveneens bevestigd door de minister van Financiën in een mondelinge parlementaire vraag. 

Toepassingsvoorwaarden

Een belastingverhoging van 10% mag niet worden opgelegd als:

• Er in de afgelopen vier jaar geen fiscale overtreding is vastgesteld.
• Er geen sprake is van kwade trouw.

Kwade trouw wordt slechts aangenomen wanneer zowel het materiële element (weten) als het morele element (willen) aanwezig zijn. Een vergissing, nalatigheid of onvoorzichtigheid vallen dus onder 'te goeder trouw' en kunnen niet leiden tot een belastingverhoging.

Belastingverhoging aanvechten

Als de fiscus in de toekomst een belastingverhoging van 10% dreigt op te leggen, kun je je verweren met de nieuwe rechtspraak van het Grondwettelijk Hof. Ook onterecht opgelegde belastingverhogingen uit het verleden kunnen mogelijk worden aangevochten. Er zijn verschillende manieren om dit te doen:

1. Bezwaarschrift:
Als het aanslagbiljet minder dan een jaar en drie werkdagen geleden werd verstuurd, kan een bezwaarschrift worden ingediend.

2. Verzoek tot ambtshalve ontheffing:
Als de bezwaartermijn is verstreken, kan een verzoek tot ambtshalve ontheffing worden ingediend binnen een termijn van vijf jaar. De slaagkansen liggen hier lager, omdat er sprake moet zijn van een overbelasting die blijkt uit een nieuw feit. Hoewel een vernietigingsarrest van het Grondwettelijk Hof als een nieuw feit wordt beschouwd, gaat het in dit geval om een arrest dat geen ongrondwettelijkheid vaststelt, maar enkel een correcte interpretatie van de wettekst vooropstelt.

3. Verzoek tot kwijtschelding of vermindering:
Ongeacht de termijn kan een verzoek tot kwijtschelding of vermindering van de belastingverhoging worden ingediend bij de Cel Administratieve Sancties van de Fiscale Bemiddelingsdienst.

Conclusie

De uitspraak van het Grondwettelijk Hof maakt een einde aan de eerdere administratieve interpretatie dat het niet opleggen van de belastingverhoging slechts een optie was. Het arrest stelt duidelijk dat belastingplichtigen die te goeder trouw hun eerste fiscale fout maken, automatisch recht hebben op vrijstelling van de belastingverhoging van 10%.

💡 Heb jij een belastingverhoging van 10% ontvangen? Wij helpen je graag om deze te herzien en eventueel terug te vorderen. Neem contact met ons op voor meer informatie!